top of page

Een terugblik en vooruitblik in de Nederlandse ruimtelijke ordening: De ruimtelijke metamorfose van


2015 is het ‘Jaar van de Ruimte’ in Nederland. Maar waarom eigenlijk dit jaar? ‘2015, daar wordt nu aan gewerkt’ was de slogan behorend bij de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening uit 1988. Een goed moment dus, om te reflecteren op de ruimtelijke ontwikkelingen in Nederland van de afgelopen twee en een halve decennia. Dit boek toont de schaal en impact van deze ruimtelijke metamorfose.


Het eerste dat opvalt bij het bekijken van de inhoudsopgave is de diepgang die het boek bied. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) bied een uitgebreide ‘historische’ beschrijving van de ontwikkeling van ruimtelijke ordening in Nederland. De grote hoeveelheid auteurs is kenmerkend voor de diversiteit van het boek. PBL heeft onderzoekers uit verschillende onderzoeksrichtingen de ruimtelijke metamorfose laten bestuderen. Interviews met mensen die actief betrokken waren bij het opstellen en uitvoeren van de Vierde Nota bieden een inzicht in de relatie tussen de overheid en de markt. Zo komen een oud minister van VROM, een stedenbouwkundige, een agrariër, een landschapsarchitect en een oud wethouder aan het woord. Ieder van hun geeft middels een lokaal project waarbij ze betrokken waren aan hoe de Vierde Nota en het politieke klimaat hun project hebben beïnvloed.


De nadruk mag dan op de Vierde Nota liggen, het voorgaande beleid wordt ook actief besproken om zodoende een beeld te schetsen over hoe de Vierde Nota tot stond is gekomen. Een korte maar krachtige analyse van politieke, ruimtelijke en economische trends maakt het begrijpelijk waarom voor bepaalde doelstellingen en projecten is gekozen. ‘Gevoelens’ die leven onder de mensen zoals het maakbaarheidsidee en het falen van Vinex worden bestudeerd middels vragen zoals wat maken we nu eigenlijk precies en waarom zien Vinex er zo uit. De grootste ontwikkelingen in uit de Vierde Nota worden behandeld in vijf verschillende themahoofdstukken, ieder met kenmerkende casussen. Deze zijn De Stad, De Vinex-wijk, Infrastructuur, Landelijk Gebied, en Institutionele veranderingen.



Zo wordt het argument dat iedere Vinex hetzelfde zou zijn uitgelicht. Het is inderdaad zo dat op verschillende plaatsen uitstraling en leefbaarheid verloren hebben van economische doelstellingen. Landschapsarchitecten hadden tijdens de Vinex-opgave echter voor het eerst een leidende rol in de vormgeving van woonwijken. Dit lag vroeger bij stedenbouwers en verkeerskundigen. Dit neemt echter niet weg dat er genoeg andere ruimtelijke problemen zijn, zoals de aansluiting tussen deze woonwijken en de werklocaties in de stedelijke centra.


Ook de invloed van de veranderende grondmarkt, die van een gewenste marktwerking verschoof naar een oligopolistische markt (markt gecontroleerd door enkele grote spelers), en de bijbehorende financiële drama’s bij veel gemeenten wordt duidelijk uitgelegd. De ontwikkelingen worden met kaartmateriaal toegelicht. Al wordt het niet altijd duidelijk waarom bepaalde ontwikkelingen op de kaarten zijn aangegeven.





Er wordt niet alleen teruggeblikt. Ook de toekomst van de ruimtelijke ontwikkelingen in Nederland komen aan bod. Zo wordt er gekeken hoe de Vierde Nota de huidige Structuurvisie Infrastructuur en Milieu heeft beïnvloed, en bediscussiëren de auteurs diverse ontwikkelingen en barrières die in de toekomst genomen moeten worden. Zo word er ook geanticipeerd op, wederom, een institutionele verandering in de ruimtelijke discours in Nederland. Een organische ontwikkeling van steden wint aan populariteit. Deze bottom-up gedreven ‘uitnodigingsplanologie’ bied nieuwe kansen maar ook veel risico’s. Maar wat is dan de toekomst van de ruimtelijk ordening in Nederland? De auteurs schetsen een collectief maakbaarheidsideaal waarin een nieuw collectief coöperatiearrangement tussen overheid, markt en civil society samen de ruimtelijke ordening herdefinieert.


Eindoordeel: Het boek bied een diepgaande uitleg over de ruimtelijke metamorfose van Nederland ten tijde van de Vierde Nota, maar legt ook de relatie met het verleden en de toekomst. Het slagen of falen van veel Vierde Nota projecten wordt duidelijk uitgelegd. De auteurs zijn tevens niet zuinig met kritiek en durven algemeen geldende ideeën in een ander daglicht te plaatsen. Uitgebreid advies geeft het boek niet, maar dat valt ook niet te verwachten van een reflectief boek.

De ruimtelijke metamorfose van Nederland 1988-2015 het tijdperk van de Vierde Nota Planbureau voor de Leefomgeving nai010 uitgevers, Rotterdam (2015) ISBN 978-94-6208-197-0 Nederlandstalig Prijs €24,50 192 p.

Commentaires


bottom of page