Column door Pim Buijs
Als je nadenkt over het thema inheemse praktijken, ontstaat er al gauw een beeld in mijn hoofd van inheemse stammen die het land gebruiken in verbinding met de natuur. Denk bijvoorbeeld aan de Aboriginals die vuur gebruikten om betere omstandigheden voor voedselproductie te realiseren. Het idee is dat inheemse praktijken lokatiespecifieke oplossingen kunnen bieden voor milieuproblematiek zoals klimaatverandering, overstromingen, droogte, voedseltekorten en andere ‘wicked problems’, en dat ze daarom onderzocht en toegepast moeten worden. Maar ik ben geen Aboriginal of een inheems stamlid, maar een ‘kaaskop’. Het lijkt mij dan ook meer gepast om dichter bij huis te blijven, door te kijken naar onze eigen culturele en ruimtelijke praktijken als inheemse praktijken.
Nederland, zoals veel andere westerse landen, heeft een wereldbeeld gedomineerd door het christendom. Zoals beschreven in het artikel van TOPOS dat dit onderwerp introduceert: “Nederlanders hebben historisch gezien gekeken naar het landschap als iets dat gevormd en beheerst moest worden" (Koppejan, 2024). Volgens de Amerikaanse historicus Lynn White, een professor van middeleeuwse geschiedenis in Princeton, heeft het christelijke wereldbeeld sterk bepaald hoe wij naar de natuur kijken en gebruiken. Het christelijke wereldbeeld van natuur is dat het ondergeschikt is aan de mens, omdat God de natuur voor de mens heeft geschapen. De natuur stond ook voor het onbekende, en was daarbij het terrein van de duivel die gelovigen uitlokte om zondes te plegen.
Tuin der lusten van Hieronymous Bosch (bron: Amstelveenweb)
Een ander argument van White is dat het Christendom veel lokale geloven verving die gebaseerd waren op animisme. Animisme is het geloof dat objecten, plekken en dieren een bepaalde ziel hadden. Denk hierbij aan heilige bronnen of goden die natuurlijke elementen vertegenwoordigen zoals bepaalde rivieren. De natuur werd gezien als iets dat een ziel had en daarbij geëerd moest worden, vergeleken met het christelijke wereldbeeld dat de natuur een middel is voor de mensheid om te gebruiken. Zelfs de wetenschap is gebaseerd op het idee dat we de wereld kunnen begrijpen en daarbij kunnen vormen, inclusief de natuur. Het belangrijkste argument van Lynn White is dat het christelijke wereldbeeld en de gevolgen daarvan deels verantwoordelijk zijn voor de hedendaagse ecologische crisis.
Visualisatie van animisme (bron: KOMPAS)
Natuurlijk is het veel te makkelijk om het christelijke wereldbeeld de schuld te geven voor de huidige milieuproblematiek. Naar mijn mening is er al te veel aan dit dode paard getrokken. Ter verdediging van het Christendom, sommige christenen geloven in rentmeesterschap. Dit is het idee dat de mensheid verantwoordelijk is voor de zorg van de creaties van God, inclusief dieren, planten en de medemens. God heeft de natuur geschapen voor de mens, en het is de taak van de mens om goed voor de natuur te zorgen. Dit idee heeft geleid tot pro-milieubewegingen vanuit een christelijk perspectief.
Van dit gelovige uitstapje neem ik je mee terug naar Nederland. Nederland is een goed voorbeeld van het idee dat we de wereld naar ons beeld kunnen vormen. Zonder dit gedachtengoed hadden we geen IJsselmeer of Flevoland. Zoals het oude gezegde gaat: “God maakte de wereld, en de Nederlanders maakten Nederland”. Ons landschap is een weerspiegeling van dit idee, te zien aan dijken, polders, windmolens en onze agrarische landschappen.
Kinderdijkse molens (bron: Wikipedia)
Deze landschappelijke elementen zijn niet alleen gebouwd vanuit het idee dat we de natuur naar onze hand kunnen zetten, maar ook om ons ertegen te verdedigen. De waterschappen zijn hier een goed voorbeeld van. De waterschappen zijn de oudste democratische instituties in Nederland, opgericht met de taak om waterpeilen te beheersen ten behoeve van voedselproductie en het voorkomen van overstromingen. De waterschappen hebben een grote impact gehad op ons landgebruik. Zonder waterbeheer had Nederland er heel anders uit gezien, het had dan zelfs een andere naam gehad. Wie weet, misschien was Nederland nog steeds een groot moeras gedomineerd door de natuur (en misschien wat Shrek-achtige figuren).
Mijn werkveld, beheer openbare ruimte, is nog een weerspiegeling van het idee dat we natuur kunnen vormen. Het doel van beheer openbare ruimte is om ervoor te zorgen dat de openbare ruimte in goede conditie blijft door het schoon, heel, veilig en daarbij leefbaar te houden. In andere woorden, het doel is om Nederland te houden zoals we het geschapen hebben. De meeste van ons staan er niet bij stil, ik tot voor kort ook niet, dat beheer openbare ruimte een belangrijk en groot werkveld is met honderdduizenden professionals. Naar schatting geeft de gehele Nederlandse overheid 15 miljard euro per jaar uit aan het beheer van de openbare ruimte. Dit wordt besteed aan het onderhouden en vervangen van grote infrastructuur zoals dijken en snelwegen, tot aan straatverlichting en parkbankjes. Ter vergelijking, dit is bijna vier keer zoveel als het Bruto Nationaal Product van Suriname.
Eigenlijk kunnen we Nederland, en de huidige milieuproblematiek die in ons land afspeelt, zien als een product van onze inheemse praktijken. We zien langzaam een verschuiving weg van het traditionele christelijke wereldbeeld: van het vormen van de natuur naar het laten leiden door de natuur. Denk aan projecten zoals ruimte voor de rivier, of het gebruik van nature-based solutions binnen het gedachtengoed van bodem en water sturend. Dit is ook te zien in beheer openbare ruimte, waarbij meer inheemse planten worden toegepast, onkruid wordt gezien als spontane vegetatie en veel groen op een manier beheerd wordt dat het toevoegt aan de biodiversiteit en ecosysteemdiensten levert.
Ik hoop dat deze rubriek je een ander perspectief heeft gegeven over inheemse praktijken: dat ze zowel oplossingen kunnen bieden als een oorzaak kunnen zijn van de huidige milieuproblematiek. Kijken naar het verleden kan ons niet alleen helpen door oplossingen te bieden, maar ook door ons meer over onszelf te leren.
"History is for human self-knowledge ... the only clue to what man can do is what man has done. The value of history, then, is that it teaches us what man has done and thus what man is." - R. G. Collingwood
Referenties:
Koppejan, S. (2024). Redactiestuk: Indigenous Practices. Topos.
White, L.T. (1967). The Historical Roots of Our Ecologic Crisis. Science, 155, 1203 - 1207.
Comentários