Op een mooie zonnige dag lekker naar het park: er zijn ergere dingen om je voor te stellen. Stadsparken zijn tegenwoordig onmisbaar. Ze worden gezien als een plek voor ontspanning, een plek om even aan de drukte van de stad te ontsnappen.
In het boek ’Ruimte om dieper adem te halen’ wordt ingegaan op de ontstaanswijze van een aantal parken van Arnhem en Nijmegen door de tijd heen. De maatschappelijke betekenis van deze parken wordt door middel van essays, interviews en archiefmateriaal uitgelicht. In het begin van het boek ligt de nadruk vooral op Park Lingezegen, het landschapspark gelegen tussen Arnhem en Nijmegen waar in 2014 de Landschapstriënnale plaatsvindt. Hierdoor krijgt je als lezer de indruk dat het boek voornamelijk over Park Lingezegen zal gaan, maar dit is niet het geval.
Eerst wordt namelijk een aantal andere parken beschreven aan de hand van verschillende stijlen. De stijlen die aan bod komen zijn de landschapsstijl, het volkspark, functionalistisch naoorlogs groen en het landschap als park. Stuk voor stuk worden deze stijlen besproken aan de hand van voorbeelden in het landschap, beginnend met de landschapsstijl van Park Sonsbeek waarbij de ontstaansgeschiedenis en ontwikkeling van dit park wordt behandeld. Daarna wordt het woord gegeven aan een van de betrokkenen van het park, waaronder de directeur van Bezoekerscentrum Sonsbeek. Zo worden verschillende inzichten over het park vanuit een bepaald oogpunt beschreven.
Na Sonsbeek wordt kort het Kronenburgerpark doorgenomen. Hierna komt het Goffertpark als volkspark uitgebreid aan bod met de geschiedenis van de plattegronden, gevolgd door weer een korte bespreking van het kleinere Bartokpark. De parken Presikhaaf en Staddijk worden besproken onder de stijl functionalistisch naoorlogs groen. Hierna worden natuurparken bij de rivier besproken. De Meinerswijk en de Millingerwaard worden met elkaar vergeleken op verschillende vlakken. Deze twee parken vallen enigszins uit de toon bij de voorgaande parken doordat ze negatiever benaderd worden. Het begrip ’natuur’ wordt op de proef gesteld. Dan wordt Park Veur-Lent besproken, een heel ander soort natuurpark bij de rivier dan bijvoorbeeld de Millingerwaard doordat het er nog meer ’aangelegd’ uitziet.
Tot slot wordt het landschap als park besproken, de Ooijpolder als voorafje aan Park Lingezegen. Het hele boek heeft toe gebouwd naar dit laatste park. Park Lingezegen wordt uitgebreid aan het licht gesteld en er wordt verrassend weinig aandacht geschonken aan de Landschapstriënnale. En dat terwijl het boek tot stand is gekomen in het kader van deze Landschapstriënnale. De triënnale wordt gezien als ”een evenement gericht op ontdekken en verdiepen, voor feest en inspiratie,” en met dit boek willen de schrijvers daar een bijdrage aan leveren. Hier zijn ze zeker in geslaagd, en niet alleen voor de triënnale. Het boek is een grote toegevoegde waarde voor de besproken parken. Doordat de lezer hierdoor meer achtergrond informatie over de parken heeft, zal hij het park op een andere manier gaan beleven. Het boek staat ook nog vol met prachtige foto’s van de fotografen Jeroen Bosch en Daniel Nicolas, wat zeker een toegevoegde visuele waarde is voor de tekst.
Kortom, een boek dat op een beknopte wijze de geschiedenis en achterliggende gedachten vrijgeeft van parken in Arnhem en Nijmegen, dat iets toevoegt aan de beleving van de parken en dat bovendien schitterende foto’s heeft en lekker wegleest.
Ruimte om dieper adem te halen Lingezegen en de parken van Arnhem en Nijmegen Henk van Blerck, Harry Harsema, Gerrie Andela, Anja Guiné, Mark Hendriks, Marie-José van Beckhoven, Henk van Blerck, Marc Nolden, Ton Verstegen Blauwdruk, Mei 2014 ISBN 978-90-75271-73-7 Nederlandstalig Prijs €24,90 216 p.
Comments