Artikel door Zwaan Hoeksma & Janna de Ruijter
Het centrum van Wageningen heeft de vorm van een middeleeuwse stad, een kenmerkende vestingstructuur met stadsmuur en singel. Wageningen was ooit voorzien van een groenblauwe omlijsting rondom de historische binnenstad. Het water stond in verbinding met omliggend blauw en het groen zal destijds aangenaam zijn geweest voor de leefbaarheid van de bewoners. Inmiddels is er van deze groenblauw structuur weinig over en heeft het plaats gemaakt voor parkeerplaatsen. De singel werd initieel doorbroken in de jaren 80 vanwege het Uiterwaarden Plan dat voorstelde om flats te bouwen in wat nu een natura 2000 gebied is. Om bereikbaarheid per auto te optimaliseren is een deel de toen nog doorlopende gracht gedempt. Van het uiterwaarden plan zelf is (gelukkig!) niks terecht gekomen, wel heeft het dus zijn sporen achtergelaten. Tijd voor verandering? Wat veel studenten betreft wel….
Linksonder wordt in de doorbroken singelstructuur weergegeven. Werk door Eva van der Jagt.
De tweedejaars bachelor studenten van onze opleiding hebben in periode 1 hun eerste individuele landschapsontwerp gemaakt. Het ontwerpproces was klassiek opgebouwd. De coördinator, Lisanne Struckman liet weten dat deze klassieke indeling voordelen biedt vanwege de stapsgewijze en overzichtelijke methodiek. Stapsgewijs is het in de praktijk zelden zoals menig architect kan beamen, want ontwerpen is en blijft een iteratief proces. De tweedejaars kregen de opdracht om het Junushoffpark te herontwerpen en in het plan een Museum of Life Science plaatsen. De site bestaat voornamelijk uit een romantisch park ooit ontworpen door Zocher in 1855 toen Wageningen afscheid nam van haar stadsmuur. De grote gracht gaf het gevoel van een vijver en aan beide kanten van het park liepen paden omringd door bomen en bloemperken. Over de tijd heen is het park nogal komen te vervallen. Hedendaags heeft het park een aantal zwakke plekken. Zo is de plaatsing van de westvleugel van het WICC Hotel benauwend, zijn de doorgangen onduidelijk en voelt het Junushoff privaat. De studenten kregen middels deze studio de kans om een beter toekomstperspectief te generen voor dit deel van de stad.
Diagram gebruikt in de course guide van Studio Site Design (LAR-25806)
De studio begon met een locatie bezoek ten behoeve van de gezamenlijke inventarisatie. Dat ging via de zogeheten lagenbenadering van Kevin Lynch. Het inventariseren van de site schepte een overzicht van de fysische, biologische en culturele elementen die binnen en rondom de projectlocatie bevinden. Om waarde toe te kennen aan de tot dan toe objectieve resultaten, ging de analysefase van start. Vanaf toen werd persoonlijke input en visie belangrijk. Vanuit de analyse kwam het belang van concept aan bod. Elke leerling vormde drie concepten vanuit drie verschillende invalshoeken. Allereerst een concept voortbordurend op de probleemanalyse. Vervolgens een concept gebaseerd op een film, boek, muzieknummer of verhaal. Het laatste concept werd gevormd gebaseerd op theorie.
Concept: Historisch Landschap voor een Leefbare Toekomst. Centraal staat de fotosynthese van een blad dat overloopt in de romantische padenstructuur en de bestaande bebouwing. Werk door Zwaan Hoeksma.
Toen de conceptfase gepasseerd leek was het tijd om knopen door te hakken; shoot your babies; kill your darlings; of combineer meerdere ideeën tot een. Het werd namelijk tijd voor 1 coherent concept die kaders biedt voor design development. Kaders zijn beperkingen, desondanks de negatieve connotatie, zijn beperkingen heel fijn. Dit gezien het feit dat absolute vrijheid binnen creativiteit kan leiden tot een onoverzichtelijk proces en het ontbreken van aanknopingspunten. Een duidelijk concept is een zege dus, daar kan je ontwerpprincipes aan ophangen. Bij het interviewen van de docenten en tutoren kwam naar voren dat in de praktijk er soms ook enkel vanuit ontwerpprincipes ontworpen wordt.
In dit plan hebben ontwerpprincipes duidelijk een rol gespeeld. Werk door Dominque van Laarhoven.
Toen de eerste fasen voorbij waren werd het tijd voor plankaarten. Het ontwerpen gebeurde van groot naar kleiner schaalniveau. Een plankaart 1:500 vertelde het verhaal wat de student wilde vertellen. Een uitwerking 1:200 zoomde in op de essentie van dit verhaal en vervolgens een 1:50 tekening die de uitwerking daarvan illustreert. Deze ingrediënten samen vormde de poster en de bijbehorende presentatie.
1:200 en detailuitwerkingen van het singelbos door Eva van der Jagt
Een goede doorsnede zegt niet alleen wat er staat, maar geeft ook weer wat een ontwerp doet. 1:50 detailuitwerkingen van Janna de Ruijter.
Wij hebben geleerd te denken vanuit een concept en hoe dat vertaalt kan worden door middel van ontwerpen. Het verloop van het leerproces was voor iedere student verschillend en is onderheven aan verschillende opvattingen en ervaringen. De ene nam het concept heel letterlijk terwijl een andere student meer vanuit ideologie te werk ging. Er waren studenten bij die intuïtief op hun concept zijn gekomen terwijl er ook studenten waren met een sterk rationele benadering. Tijdens zo’n eerste studio komt dus iedereens persoonlijkheid naar voren en zijn de eerste stappen als ontwerper gezet. Een hoopvol begin van een uiteenlopende jaarlaag.
Een park ingericht voor de toekomst, ontworpen door Floor Wiegerinck.
コメント